De printcartridge controleren op beschadigingen
1.
Verwijder de printcartridge uit het apparaat en controleer of de verzegeling is verwijderd.
2.
Controleer of de geheugenchip is beschadigd.
3.
Controleer het oppervlak van de groene afbeeldingsdrum aan de onderkant van de printcartridge.
VOORZICHTIG:
Raak de groene rol (afbeeldingsdrum) aan de onderkant van de cartridge niet
aan. Vingerafdrukken op de afbeeldingsdrum kunnen problemen geven met de afdrukkwaliteit.
4.
Vervang de printcartridge wanneer er zich krassen, vingerafdrukken of andere beschadigingen
op de afbeeldingsdrum bevinden.
5.
Als de afbeeldingsdrum niet is beschadigd, schudt u de printcartridge een paar keer licht en
installeert u deze vervolgens opnieuw. Druk enkele pagina's af om te zien of het probleem is
opgelost.
106
Hoofdstuk 7 Printcartridges
NLWW